Terug

De klinisch informaticus in de regio
Stephanie Wijbrandts

23 december 2020

(Laatst aangepast: 17-12-2020)

De klinisch informaticus in de regio

Dit jaar bestaat de opleiding tot Klinisch Informaticus 10 jaar. Dat betekent dat er inmiddels ook al een behoorlijk aantal klinisch informatici actief zijn in het veld. De klinisch informaticus acteert altijd op het snijvlak van zorg, IT en management. Maar met zo’n veelomvattend vakgebied betekent dit ook dat de klinisch informaticus heel veel verschillende rollen aan kan nemen. Het varieert van adviseur, tot projectleider en manager. Vandaag licht klinisch informaticus Stephanie Wijbrandts (opgeleid in 2011-2013) haar rol in de regio toe.

Een klinisch informaticus werkzaam bij een RSO, een regionaal samenwerkingsorganisatie, dat klinkt als een contradictio in terminis. Want waar is de klinische setting gebleven? Maar ik hou van werken in een regio, het brengt voor mij de liefde voor het vak samen met mijn behoefte aan snelheid, dynamiek en pragmatisme. Want wanneer het ene ziekenhuis qua regionale IT even pas op de plaats moet maken vanwege een interne migratie naar een nieuw EPD, heeft het andere ziekenhuis haast met het aansluiten op een regionale XDS infrastructuur. En wanneer de subsidieaanvraag voor de huisartsen en apothekers na bloed, zweet en tranen is opgeleverd, kan ik nog net een kop koffie pakken voordat ik met mijn collega’s door ga voor project kick off integrale geboortezorg. 

 

Heerlijk vind ik de constante uitdaging die een regio biedt. Sinds enkele weken ben ik coördinator van stichting Regionaal Elektronisch Netwerk WBR, kortgezegd REN. En in de afgelopen jaren heb ik in zo’n vijf verschillende regio’s gewerkt als project- en programma manager. Met dit artikel wil ik twee vraagstukken behandelen die mij momenteel bezighouden: het standaardiseren van RSO’s en proces vs inhoud. Ik zal eerst ingaan op het standaardiseren van RSO’s, vervolgens zal ik proces versus inhoud toelichten.

 

Waarom werken sommige projecten en implementaties in de ene regio wel en in de andere regio niet?

Ervaring leert dat RSO’s of (minder formele) regionale samenwerkingen zich bezighouden met drie pijlers: 

  1. ICT dienstverlening: diensten zoals Zorgmail die regionaal zijn ingekocht en het beheer wat de regio-organisatie uitvoert.
  2. Projecten/programma’s: regionale projecten (bijv verkenningen/analyses maar ook implementaties) die de regio-organisatie uitvoert.
  3. Governance/verenigingsdeel: continue afstemming tussen regionaal ICT beleid op strategisch niveau en de operationele voortgang en bewaking hiervan

Deze opsomming van pijlers is geen vastomlijnd model, maar een constatering van mijzelf en enkele concullegae die werkzaam zijn in regio’s. En als klinisch informaticus ben ik automatisch op zoek gegaan naar standaardisatie en structuur in dit vak.

 

Momenteel wordt deze zoektocht ook op landelijk niveau uitgevoerd: Vanuit het Informatieberaad van het ministerie van VWS stelt men zich de vraag: wat is een RSO? Wat doet een RSO? Waarom werken sommige projecten en implementaties in de ene regio wel en in de andere regio niet? 

 

Om deze vraagstukken te behandelen moet ik wat meer toelichten over regionale samenwerkingen. De bovenstaande analyse van de drie pijlers worden in elke regio anders toegepast. In de ene regio ligt de nadruk bijvoorbeeld op het uitvoeren van projecten/programma’s, waarbij de ICT dienstverlening wat meer op de achtergrond ligt. En in de andere regio ligt de nadruk meer op het governance/verenigingsdeel waardoor de regio meer als netwerk fungeert. Daarnaast zijn er ook regio’s die voornamelijk als ICT dienstverlener werken. 

 

De keuze hierin is afhankelijk van de behoefte van de zorgverleners en zorginstellingen in de regio, elke RSO of regionale samenwerking is namelijk bottom-up gegroeid. Een RSO zoals REN bestaat alleen, wanneer de zorgverleners en zorginstellingen daar behoefte aan hebben. Het is niet iets wat vanuit Den Haag of wetgeving wordt opgelegd. 

 

Maar andersom, wanneer je vanuit Den Haag of landelijke regelgeving naar RSO’s kijkt, heb je dus te maken met een enorme heterogene doelgroep. De ene RSO is een stichting (zoals REN), de andere een transmuraal centrum van een ziekenhuis. Er zijn ook informele samenwerkingsverbanden en er bestaan ook BV’s. 

 

Dus hoe weet je nu “hoe goed een RSO het doet” of in mijn geval “welke voortgang er bij REN wordt gemaakt t.b.v. beelduitwisseling”? Mijn oplossing is het interoperabiliteitsmodel van Nictiz. Dit model is vrij simpel maar daarom ook ijzersterk en wordt bij elke klinisch informaticus met de paplepel ingegoten. 

 

Een praktijkvoorbeeld: stel de XDS infrastructuur van REN wordt uitgebreid doordat er enkele zorginstellingen aansluiten op het netwerk. Dan wil ik over een kwartaal of een half jaar weten of we de kwaliteit van zorg in de regio hiermee hebben verbeterd. Concreet: worden de oncologische beelden van patiënten sneller en vaker digitaal uitgewisseld? Is het berichtenvolume gestegen? Worden de zorgprofessionals beter ondersteund? Oftewel: heeft REN als RSO bijgedragen aan het verbeteren van de gegevensuitwisseling in de zorg? Om deze vragen te beantwoorden maak ik gebruik van de verschillende lagen van het interop model. Zo hoop ik straks te zien dat op de organisatorische laag een enorme kwaliteitsslag is geleverd t.a.v. afspraken in de samenwerking. En ik verwacht op de zorgproces-laag een stijging te zien in het berichtenvolume. Op de informatie-laag hoop ik met MedMij standaarden aan de slag te kunnen rondom PGO ontwikkelingen in de regio.  

 

Het interop model geeft mij de mogelijkheid om vage begrippen als governance, netwerken, implementatie, etc. te meten en te waarderen.

Ben ik van de inhoud of van het proces?

Dan wil ik als academicus graag nog een stukje pragmatisme toelichten, waar ik groot fan van ben. Een pragmatisch persoon wordt niet vaak gezien als inhoudelijk sterk. Zo worstel ik zelf weleens met de vraag “ben ik van de inhoud of van het proces?” En dit is precies ook een vraag die in regionale samenwerkingen centraal staat, zeker wanneer een strategie moet worden gevormd: richten wij ons op de inhoud of op het proces? Concreet: gaan we deze software inzetten en toetsen op enkele use cases en maken we vervolgens (of parallel hieraan) een regionale architectuur? Of maken we eerst een regionale architectuur waar de software die we inkopen aan moet voldoen. Om vervolgens de implementatie in de regio te starten met enkele use cases? 

 

Ik neig altijd naar het eerste, omdat ik juist dát werk wil doen waar de zorgverleners en zorginstellingen op dát moment behoefte aan hebben: een zorgpad of een type patiënt ondersteunen middels software. Dan laat ik het ontwerpen van een regionale architectuur even voor wat het is. Vervolgens ontstaat er vanuit dit eerste succesvolle project veel interesse en enthousiasme van andere spelers in de regio, die ook graag gebruik willen maken van deze software/ICT dienstverlening voor een andere patiëntenstroom. Maar door het ontbreken van een goede regionale architectuur “passen” deze nieuwe wensen niet zonder meer op de software zoals deze nu in gebruik is genomen. Er is een extra koppeling nodig, of een patient consent stap, of landelijke informatiestandaard moet worden geïmplementeerd. Dus komt de vraag kijken: gaan we voor het proces (en bouwen we nog meer maatwerk op dit systeem) of gaan we voor de inhoud (en bouwen we een duurzame regionale architectuur). Het is dan zaak om als RSO niet te vertragen maar aan beide zaken te werken: met het RSO team zetten we dan vol de schouders eronder. Zodat er enerzijds kan worden gewerkt aan de duurzame en betrouwbare basis en anderzijds vaart kan worden gemaakt met het implementeren van use case 2 en 3.

Tot slot, ik hou hiervan: snelheid, pragmatisme, klinische informatica, samenwerking in een netwerk en vooral, samenwerking met het RSO team. Ik hoop een mooie tijd tegemoet te gaan bij REN!

Toon alle referenties

Auteur

Lees meer over