Terug

E-learning voor de scholing van gebruikers van medische apparatuur
Job Gutteling

07 maart 2013

(Laatst aangepast: 28-04-2016)

E-learning voor de scholing van gebruikers van medische apparatuur

Publicaties

Om de risico’s die kunnen ontstaan bij de toepassing van medische technologie in de gezondheidszorg terug te dringen, zijn normen en richtlijnen opgesteld. Daarin wordt ook gesproken over juiste scholing en vastlegging van bevoegd- en bekwaamheden van de gebruikers van medische apparatuur. NIAZ formuleert hierover eisen in haar kwaliteitsnorm en ook in het ‘Convenant veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis’ staat waaraan ziekenhuizen zouden moeten voldoen. 


Door: Iris Blonk

Nu de regels nog verder zijn aangescherpt wordt het voor veel ziekenhuizen een uitdaging de kennis en vaardigheden van medewerkers, met betrekking tot medische apparatuur, op niveau te krijgen en te houden. E-learning zou hierbij voordelen kunnen bieden.

Om een goede indruk te krijgen van de stand van zaken omtrent scholing van medewerkers, binnen de verschillende ziekenhuizen, is een enquête opgesteld. Daarin is ook gevraagd hoe men aankijkt tegen e-learning als hulpmiddel bij scholing. De enquête is verzonden naar klinisch fysici in elk ziekenhuis in Nederland. De resultaten uit een respons van 49, waarvan 45 voltooid, zijn hieronder samengevat.  

Aanwezigheid van een digitale leeromgeving
Met een digitale leeromgeving wordt een middels ICT ondersteunde computertoepassing bedoeld, waarmee het maken en verspreiden van lesmateriaal, opdrachten en toetsen, de communicatie tussen leerlingen en docenten en de administratie daarvan geautomatiseerd worden. Driekwart van de ondervraagden geeft aan dat het ziekenhuis over zo’n omgeving voor digitale bij- en nascholing van medewerkers beschikt. Slechts een klein aantal geeft aan hier niet over te beschikken (8%) of hier niet van af te weten (8%), met andere woorden het is niet bekend, dus mocht het er wel zijn, dan wordt het niet ziekenhuisbreed verkondigd. Het overige percentage geeft aan dat het in ontwikkeling is en er veel in wordt geïnvesteerd. Ofwel hier over te beschikken, maar dat het niet voor iedereen toegankelijk is.

Het systeem van digitale bij- en nascholing van medewerkers biedt in meer dan de helft van de ziekenhuizen de mogelijkheid tot zowel oefening als toetsing van voorbehouden handelingen. Daarbij wordt ook aangegeven dat in sommige ziekenhuizen de omvang nog wel zeer beperkt is, er aan gewerkt wordt, het niet voor alle afdelingen geïmplementeerd is (wel voornamelijk voor verpleegkundigen) of dat de mate van implementatie soms nog onduidelijk is. Slechts in twee gevallen is de mogelijkheid tot toetsing niet aanwezig terwijl er wel geoefend kan worden. In een vijftal ziekenhuizen (10%) is de mogelijkheid tot zowel oefening als toetsing niet aanwezig, met andere woorden puur theoretisch dus. Een vijfde van de ondervraagden geeft aan dit niet te weten.

Vaak is de ervaring met deze vorm van scholing over voorbehouden handelingen nog beperkt. Dit omdat het nog in ontwikkeling is, pas in basis is opgezet, recent beschikbaar is gesteld, het aantal trainingen nog beperkt is of men er zelf niet mee in aanraking komt.

Wanneer wel uit ervaring wordt gesproken is men positief (“Goede manier van scholing, individueel, wanneer het de 'leerling' uitkomt en toetsbaar” / “Ideaal om de theorie voor aanvang van de praktijkcursus in eigen tempo voor te kunnen bereiden” / “Medewerkers reageren positief” / “Ervaringen worden positief teruggerapporteerd voor zover het materiaal zeer specifiek aangemaakt is”), alhoewel het cursusaanbod nog lang niet compleet bevonden wordt. Sommige geven aan zelf betrokken te zijn geweest bij de ontwikkeling van e-learning modules.

Toch worden er ook kanttekeningen geplaatst “Het maken van modules is een tijdrovende klus en in sommige gevallen moeilijk af te stemmen op de doelgroep (gevraagde niveau te hoog)” / “Het blijkt veel werk te zijn om de scholingen te laten aansluiten bij de praktijk, bijv. bij het meenemen van nieuw bekende risico's” / “Is slechts een deel van de bekwaamheid, praktijk blijft nodig”.

Een enkele vindt het systeem erg gericht op de minimale kennis die vereist is waardoor het meer toets dan leergericht is “De kwaliteit van e-learning is redelijk maar mag verder verbeterd worden, met name door regelmatige updates en betere integratie met de praktische les en toets”. Of men vindt het materiaal onvoldoende specifiek “Er wordt teveel aandacht besteed aan dingen die mensen al lang weten en juist te weinig aan de probleempunten. Met andere woorden er moet specifiek materiaal gemaakt worden, dat specifiek is voor alle specifieke gebruikers”.

In een enkel ziekenhuis wordt geconcludeerd dat het middel toch zeer kostbaar blijkt te zijn en nog zeer beperkt ingezet wordt “Het ziekenhuis lijkt terug te komen op de aanvankelijke euforie (van elk educatie probleem werd gezegd dat het met e-learning opgelost zou worden)”.

Vooral voor de verpleging wordt het goed gebruikt, maar voor medisch specialisten nog niet of nauwelijks“Methode werkt prima. De cultuur van de medewerkers, met name van de medici blijft de grootste uitdaging” / “Het zou kunnen werken. Wel moeten zaken getoetst worden, anders gaan veel specialisten het niet doen”. In een enkel ziekenhuis wordt aangegeven dat het de bedoeling is dat het door alle verpleegkundigen gebruikt gaat worden en dat het visueel gemaakt wordt als ze wel of niet bevoegd zijn, met andere woorden een directe link tussen toetsing en bevoegdheid.

Scholing op het gebied van medische apparatuur
In meer dan een derde (40%) van de ziekenhuizen wordt zowel klassikale als digitale bij- en nascholing gegeven op het gebied van medische apparatuur. Een iets kleiner deel van de ziekenhuizen geeft uitsluitend klassikale bij-en nascholing, waarbij een onderscheid is te maken tussen scholing gegeven door met name firma’s (16%) of een combinatie van firma’s en de medische techniek afdeling (20%). In vijf ziekenhuizen (11%) wordt helemaal geen bij- en nascholing op het gebied van medische apparatuur gegeven.

Ook wordt aangegeven dat men binnen het ziekenhuis onderling gebruik maakt van teach the teacher. Enkele zijn bezig van uitsluitend klassikale scholing naar een combinatie met digitaal te gaan, waarbij sommige ook zelf meewerken aan de ontwikkeling van e-learning modules.

Bijna alle ondervraagden zijn het erover eens dat digitale trainingsmodules meerwaarde kunnen hebben ten opzichte van (plenaire/klassikale) mondelinge uitleg over apparatuur.





Opgemerkt wordt dat digitale training een aanvulling is voor mondelinge scholing “Mondelinge scholing heeft veel voordelen (mogelijkheid tot vragen, interactie, zelf aan de knoppen zitten). Digitale modules hebben als grote voordeel dat ze altijd te raadplegen zijn, ook wanneer bijvoorbeeld nieuwe medewerkers op een afdeling komen te werken en er net geen training van het apparaat gepland staat. Daarbij is een digitale leeromgeving ideaal om te registreren en te borgen”.

Geschiktheid van e-learning als hulpmiddel bij scholing
Bijna alle ondervraagden achten digitale scholing op het gebied van medische apparatuur het meest geschikt voor verpleegkundigen, daarna gevolgd door AIOS/ANIOS en specialisten.





Verder worden klinisch fysici, coassistenten, laboranten en studenten hiervoor geschikt geacht. Sommige geven aan het alleen geschikt te vinden wanneer het grotere groepen mensen betreft.

Ook wordt aangegeven dat de mate van geschiktheid voor bepaalde doelgroepen afhangt van de module en de diepgang Technici zullen ook altijd hands-on training moeten krijgen. Ik denk dat altijd een slimme combinatie van praktijk en digitaal noodzakelijk zal zijn” / “Wat specialisten betreft denk ik niet dat het reëel is dat zij online toetsen gaan maken, maar acht ik het wel nuttig om de digitale omgeving te gebruiken als registratiemiddel van bevoegd- en bekwaamheden (stralingsdiploma's, laserveiligheid, etc.)”.

Een enkele geeft aan dat de meerwaarde niet zozeer wordt bepaald door de doelgroep maar veeleer door de toepassing “In het verleden is de fout gemaakt dat men de drukke bezigheden van professionals dacht te kunnen omzeilen middels een systeem dat buiten werktijd of op elk moment beschikbaar was. Dit blijkt om verschillende redenen niet (altijd) te werken”.

Bijna alle ondervraagden (96%) zijn het erover eens dat e-learning voordelen kan bieden bij het effectief en efficiënt geven van bij- en nascholing aan gebruikers van apparatuur. Slechts in één ziekenhuis is men het hier niet mee eens.

Veel verschillende soorten medische apparatuur worden dan ook benoemd als zijnde apparatuur waarvoor e-learning voordelen zou kunnen bieden. De meest genoemde soorten apparatuur zijn:

  • Infuuspompen (spuit / volumetrisch / PCA / voeding)
  • Automatische bloeddrukmeters
  • Bewakingsapparatuur
  • Defibrillatoren
  • Diathermie

Ook wordt aangegeven dat e-learning geschikt is voor met name alle bulk en gebruikersvriendelijke als ook kritische apparatuur waar veel medewerkers mee werken “Het maken van de e-learning modules moet opwegen tegen het aantal mensen dat uiteindelijk gebruik maakt van het product”.

Enkele geven aan dat in beginsel alle apparatuur geschikt zou zijn voor e-learning, maar dat het nooit face-to-face uitleg kan vervangen. Met andere woorden vooral voor de theorie (van met name complexe apparatuur) kan het een waardevolle aanvulling op de praktijk instructie zijn “De bediening van een apparaat zou prima via e-learning kunnen, maar het gebruik in de klinische setting (aansluiten, accessoires, alert zijn op reactie patiënt, etc.) vereist oefening in klinische setting” / “Een e-learning voor lasers is wellicht geschikt als algemene uitleg van lasers, maar niet voor een specifiek apparaat. Dat zelfde geldt voor röntgen”.

Praktische zaken rondom e-learning
Onderstaand figuur laat zien dat meer dan de helft van de ziekenhuizen, gezien de voor- en nadelen van de ontwikkeling van digitale modules, deze vooral zal aanschaffen en soms zelf zal willen ontwikkelen.





Wanneer digitale bij- en nascholing verplicht gesteld wordt, zou meer dan een derde van de ziekenhuizen (uitgaande van 1000 medewerkers; 10 apparaten per persoon per jaar) €50.000 per jaar een redelijk bedrag vinden om hiervoor te betalen. 





Conclusie
Over het algemeen beschikken de meeste ziekenhuizen over een digitale omgeving voor digitale bij- en nascholing van medewerkers. Dit systeem biedt in meer dan de helft van de gevallen de mogelijkheid tot zowel oefening als toetsing van voorbehouden handelingen.

Men is positief alhoewel het cursusaanbod in veel gevallen nog beperkt is. Wel wordt er aangegeven dat het specifiek materiaal moet betreffen, er goede aansluiting met de praktijk moet zijn en regelmatige updates van belang zijn. Met name verpleegkundigen maken er nu goed gebruik van. In sommige ziekenhuizen wordt de digitale omgeving ook gebruikt als registratiemiddel van bevoegd- en bekwaamheden.

Op het gebied van medische apparatuur wordt in meer dan een derde van de ziekenhuizen een combinatie van zowel klassikale als digitale bij- en nascholing gegeven. Dit wordt op de voet gevolgd door uitsluitend klassikale bij- en nascholing. Hierbij is een ongeveer gelijk onderscheid te maken tussen scholing door met name firma’s of een combinatie van firma’s en de medische techniek afdeling.

Bijna alle ondervraagden zijn het erover eens dat e-learning meerwaarde kan hebben ten opzichte van klassikale mondelinge uitleg over apparatuur, dan wel een aanvulling is. Ook is men van mening dat het voordelen kan bieden bij het effectief en efficiënt geven van bij- en nascholing aan gebruikers van apparatuur.

Digitale scholing op het gebied van medische apparatuur wordt over het algemeen geschikt bevonden voor met name verpleegkundigen, maar ook voor AIOS en specialisten. Voor sommigen hangt de mate van geschiktheid voor bepaalde doelgroepen ook af van de module en de diepgang.

E-learning wordt in feite geschikt bevonden voor alle apparatuur, maar met name voor bulk en gebruikersvriendelijke als ook kritische apparatuur waar veel medewerkers mee werken (kosten effectief). Voor met name complexe apparatuur zou men het een waardevolle theoretische aanvulling vinden. Wel wordt aangegeven dat er altijd een slimme combinatie van praktijk, welke nodig blijft, en digitaal noodzakelijk zal zijn.

Aangegeven wordt dat meer dan de helft van de ziekenhuizen, gezien de voor- en nadelen van de ontwikkeling van digitale modules, deze vooral zal aanschaffen en soms zelf zal willen ontwikkelen. Dit gevolgd door de voorkeur evenveel zelf te willen ontwikkelen als aan te schaffen. Meer dan de helft van de ondervraagden zou €50.000 of meer per jaar aan deze digitale bij- en nascholing uit willen geven.



Afbeeldingen: /images/content/editie/article/paragraph/451.png
/images/content/editie/article/paragraph/453.png
/images/content/editie/article/paragraph/455.png
/images/content/editie/article/paragraph/457.png
Toon alle referenties

Auteur

Lees meer over