Terug

Digitaal trainen en certificeren in de Medische Technologie
Redactie MTIntegraal

04 maart 2013

(Laatst aangepast: 21-07-2016)

Digitaal trainen en certificeren in de Medische Technologie

Publicaties

Op 29 november 2012 vond het symposium Patiëntveiligheid en Medische Technologie plaats. Belangrijk thema van dit symposium was kennisdeling en kennisborging rond gebruik van medische technologie onder de verschillende gebruikersgroepen, zoals artsen en verpleegkundigen. Eén van de twee hoofdbevindingen uit het VWS-rapport Medische Technologie at risk, opgesteld door de Expertgroep Medische Technologie, is namelijk dat een groot deel van de risico’s niet zozeer door de technologie zélf wordt veroorzaakt, maar voortvloeit uit onzorgvuldigheden in het gebruik of de toepassing van medische techniek.

Veilig leren werken met technologie

 

De onverwacht hoge bezoekersopkomst van het symposium – ruim tweemaal het door de organisatie beoogde aantal bezoekers – bevestigt dat betrokken partijen als ziekenhuizen, fabrikanten en koepelorganisaties zich sterk door dit thema aangesproken voelen.

Uit een door de organisatie uitgevoerde bezoekersinventarisatie, bleek dan ook dat veel aanwezigen antwoorden zoeken op vragen die betrekking hebben over het uitvoeren van het NFU – VZII convenant op het vlak van zekerstelling van bekwaamheden en borging hiervan. Denk hierbij aan vragen als:

  • Hoe krijg ik dit thema op de agenda van al onze afdelingen?
  • Hoe realiseer ik bewustwording bij onze zorgverleners?
  • Hoe borg ik de beschikbare kennis in procedures en certificeringstrajecten?
  • Hoe kan ik 3.000 zorgverleners leren werken met onze verschillende apparaten?
  • Welke rol kan e-learning binnen dit thema spelen?

Maastrichtse Model
Tijdens het symposium verzorgde Ron Mourmans, Stafadviseur Digitale Onderwijstechnologie van het Maastricht MUMC+, de presentatie “Implementatie van e-learning voor distributie en borging van kennis rond veilig toepassen van medische technologie”. De inhoud van deze presentatie, waarin met name het opleidings- en certificeringsmodel centraal stond, bleef nog lang ter sprake tijdens de paneldiscussies en de drukke netwerkborrel.

In dit artikel sta ik nog eens stil bij het ‘Maastrichtse Model’. Wat is dit nu eigenlijk? Hoe is dit model opgezet, waar liepen de betrokken tegenaan, waar lagen kansen en waar lagen ook de bedreigingen en wat maakt dit model uiteindelijk zo succesvol? Mogelijk kan het Maastrichtse Model voor u als lezer fungeren als een inspirerend startpunt voor een succesvolle implementatie van een kennisdeling- en borgingmodel binnen uw eigen ziekenhuis. Ik nam contact op met Ron Mourmans.

 

Trainen en certificeren

“Al in 2006 besloot onze Raad van Bestuur over te gaan tot het trainen en verplicht certificeren van alle gebruikers van de medische apparatuur”, begint Ron. “Dit besluit volgde op het rapport “Kwaliteitsborging medische apparatuur in ziekenhuizen: verbetering noodzakelijk”, in combinatie met voorkomende ‘onregelmatigheden’ tijdens het gebruik van medische apparatuur.

Voorafgaand aan dit besluit werd een organisatie-brede werkgroep opgericht met het doel advies uit te brengen over de praktische uitvoering van het rapport. Een onderdeel van het gevraagde advies en de basis voor de inzet van richtlijnen was de risico-indeling van de gebruikte medische apparatuur. De risicovaststelling van medische apparatuur vond onder andere plaats op basis van de ECRI-risicoclassificatie, in combinatie met een zelfstandig ontwikkeld risico-indicatietool. Na de indeling van de aanwezige apparatuur in risico-categorieën kon het bijbehorende trainings- en certificeringstraject worden ontworpen”.

TraCe
De organisatie van het training- en certificeringtraject is in handen van TraCe, onderdeel van de Instrumentele Dienst van het Maastricht UMC+. “De doelstelling van dit traject is het bekwaamheidsniveau van onze individuele medewerkers te borgen, omdat hiermee een grote bijdrage wordt geleverd aan de verhoging van de patiëntveiligheid in ons ziekenhuis”, gaat Ron Mourmans verder. “Iedere medewerker die met risicovolle apparatuur werkt, moet – verplicht – iedere drie jaar concreet kunnen aantonen dat hij hiervoor bekwaam is. Onder het aandachtsgebied van TraCe valt alle apparatuur in de klasse Extra High Risk Equipment (EHRE), High Risk Equipment (HRE) en infusieapparatuur in klasse Medium Risk Equipment (MRE).

De gebruikers van onze risicovolle medische apparatuur zijn zélf verantwoordelijk voor de eigen bekwaamheid. Zij maken deze aantoonbaar met de ondersteuning van digitaal opleidingstechnologie, zoals e-learning-trainingen van specifieke apparatuur, digitale toetsing, die onder toezicht in onze eigen opleidingsruimte plaatsvindt.”
Ambitieuze doelstellingen, die zonder draagvlak en enthousiasme van de zorgprofessionals extra moeilijk zou worden, ondanks de verplichting die in het besluit van de RvB lag. Tijdens het gehele traject is daarom voortdurend gewerkt aan het verkrijgen van draagvlak vanuit de gebruikersgroepen, om zodoende een sneeuwbaleffect binnen de gehele organisatie te realiseren (bottom-up principe). Daarnaast is in 2006 een pilot gestart met 100 deelnemers om de inzet van e-learning te evalueren. “De reacties waren gemengd”, zegt Ron. “De tijdsbesparing die met online leren werd gerealiseerd, werd als positief ervaren. Maar er was ook huiver vanwege de onbekendheid met het fenomeen e-learning. Gelukkig is dit anno 2013 in de meeste ziekenhuizen sterk veranderd.”

 

Bedreigingen

Vooral de realisatie en het motiveren van medewerkers voor ‘life-long-learning’ vergt dus een gedegen inspanning. “Zeker in kennisintensieve organisaties als academische ziekenhuizen,” vult Ron aan. “Wij verwachten veel van de medewerkers wat betreft het op peil houden van kennis en kunde. Dat moet ook wel gezien de aard en consequenties van hun werkzaamheden.

Het motiveren van medewerkers realiseren wij met het aanbieden van een gerichte meerjarenopleidingsplan, bijvoorbeeld per afdeling of per medewerker. Hierin maken wij op een duidelijke manier inzichtelijk wat er wordt verwacht ten aanzien van het complementeren en het bijhouden van kennis en kunde”. Een goede tip voor de invoer van digitaal opleiden gelijk aan het Maastrichtse Model? “Zorg in eerste instantie voor beleid, mandaat en middelen”, antwoordt Mourmans. “Start daarna via een bottom-up benadering met het inzetten van e-learning-trainingen. Waarbij je de medewerker altijd een feedback mogelijkheid dient te bieden.”

Dagelijks operatie
Carina Leenders verzorgt voor TraCe de secretariële en administratieve ondersteuning: “Ons opleidingslandschap is zo digitaal mogelijk ingericht, met als basis het webbased opleidingsportaal van The Competence Group. Met dit online opleidingsportaal weten wij voor onze organisatie de grootst mogelijke tijdsbesparingen te realiseren, dus zowel voor individuele medewerkers als complete afdelingen”. Het opleidingsportaal faciliteert zowel e-learning-trainingen als klassikaal onderwijs. Carina: “Klopt, zo kan iedere medewerker bijvoorbeeld een computer in onze opleidingsruimte reserveren om een toetstraject te doorlopen. Een toezichthouder wordt hiervan automatisch vooraf op de hoogte gebracht, controleert de persoonlijke gegevens, geeft de digitale toetsen vrij en houdt toezicht. Zo ontstaat daadwerkelijk borging van individuele kennis en vaardigheden”.

Managementinformatie
Het is ook mogelijk om binnen het opleidingsportaal instructietrainingen en complete afdelingstrainingen te volgen. Carina: “Daarbij levert het portaal via verschillende rapportages ook managementinformatie, bijvoorbeeld over de voortgang van de trainingen, de resultaten en de certificeringen van onze medewerkers. Voor de meeste trainingen hebben wij de score om te slagen vastgesteld op 70%. In 2012 was het slagingspercentage van medewerkers na de eerste toets gelukkig al 88% gemiddeld.”

 

Succes en belemmering

Het MUMC+ appelleert aan de eigen verantwoordelijkheid van de zorgprofessional. De noodzakelijke digitale opleidingen zijn altijd via het portaal op internet beschikbaar. Het herkansen van een digitale toets is mogelijk, maar na drie keer niet-geslaagd volgt een evaluatie tussen de professional en zijn leidinggevende. De e-learning-trainingen blijven voor de medewerkers ook als naslag beschikbaar. Tot slot is binnen het portaal ook informatie beschikbaar voor HRM-managementdoeleinden. Praktische eigenschappen van digitaal opleiden, die het succes van alle inspanningen in de hand werken. “Natuurlijk zijn er ook belemmeringen”, zegt Ron Mourmans. “Vooral het tijdgebrek op de afdelingen en – bij een deel van de gebruikers – de motivatie voor het bijhouden van de eigen vakkennis.”

Zorg Leren Netwerk
Lucy Landstra, ontwikkelaar bij TraCe: “Wij hebben veel e-learning-trainingen beschikbaar. Een aantal trainingen bevinden zich nog in de afrondende fase. Sinds 2011 hebben onze medewerkers standaard de mogelijkheid om per training via een digitaal formulier feedback te geven.

 

 

Wij willen continu kritisch blijven op onze eigen processen en producten en de best renderende opleidingsprogramma’s blijven ontwikkelen. Ook blijven wij samenwerken met The Competence Group, de leverancier van ons opleidingsportaal en de uitvoerende organisatie van het Zorg Leren Netwerk. Zorg Leren is het landelijke e-learning netwerk van samenwerkende zorginstellingen ter bevordering van e-learning in de gehele sector. Wij ontwikkelen gezamenlijk op kostenbesparende wijze e-learning-trainingen en toetsen en stellen deze via Zorg Leren aan andere instellingen beschikbaar. Hiermee sluit het MUMC+ aan bij het motto van het Zorg Leren Netwerk: “E-learning door de zorg, voor de zorg”.

Toon alle referenties

Auteur