Op dit moment is ruim een kwart van de medisch technici die actief lid zijn van de VZI opgenomen [of: gecertificeerd via het] in het nieuwe kwaliteitsregister. Waar het oude certificatieprogramma ReCer 2.0 zich alleen richtte op de certificatienorm voor medisch technici op mbo 4-niveau staat het nieuwe kwaliteitsregister open voor medisch technici op álle niveaus. En dat werkt. Aan het woord is Robert de Vries, medisch technoloog bij Isala in Zwolle, interview door Floor Gerritsma.
Zijn alle medisch technici bij jullie in het Isala gecertificeerd?
‘Er werken ruim 30 technici binnen Isala, en die zijn nog niet allemaal gecertificeerd bij de VZI. Certificering begint met basisregistratie: daarvoor is een mbo- of hbo-diploma nodig en een aanstelling als medisch technicus. Nieuwe collega’s kunnen dus beginnen met een aanvraag tot basisregistratie en kijken dan op welk niveau ze zitten. Er is echt wel een logische indeling gemaakt naar MT3, MT4 en MT5, met de aanduidingen in opleiding (i.o.), professional en expert.’ Wanneer zijn jullie met certificering gestart? ‘Ons management was destijds al bij RECER 2.0 betrokken, en onze huidige manager spoort ons aan om gecertificeerd te worden. Als je wilt doorgroeien hoort het bij Isala bij je functieprofiel: de certificering hangt toch als een soort bot voor je neus dat je wilt hebben.’
Wat heeft certificering jullie afdeling gebracht?
‘Bij ons op de afdeling is iedereen er trots op, en het helpt ons ook om aan de rest van het huis te laten zien dat we een bedreven club mensen zijn die de ballen hebben om dingen te doen. Onze technici zijn slimme jongens die aan de beroepsnorm voldoen. Certificering maakt zichtbaar dat wij op niveau kunnen meedenken. We kunnen ons sterker profileren: onze werknemers zijn bevoegd en vakbekwaam en dat hebben we vanuit onze eigen beroepsvereniging geregeld.’
Wie bepaalt die normen eigenlijk? Is dat alleen de VZI?
Bij het oude kwaliteitsregister was dat wel zo, de normen kwamen van bovenaf en je moest eraan voldoen. Nu is de VZI echt vragen gaan stellen aan de leden via fora en werkgroepen: als je mee mag denken over certificering wat zou je dan billijk vinden? Wil je meehelpen om het systeem te evalueren? Wat kan er beter? Hier heb ik dus input voor kunnen aanleveren, want als je ergens wat van vindt, en je krijgt de kans om er wat mee doen, dan grijp ik die kans. Daar is uitgekomen dat als je wilt dat iedereen betrokken is, je het systeem ook zo moet inrichten dat iedereen zich er thuis voelt, op alle niveaus. Dus juist ook MT3. Het certificaat moet ergens voor staan. En het antwoord daarop is echt vanuit het veld gekomen. Hoe weeg je praktijkervaring en hoe laat je een zij-instromer meetellen? Als je de rivier wilt oversteken hoeft dat niet in één grote sprong. Het kan ook met tussenstapjes via stenen die in het water liggen. Dan kom je er ook.’
En werkt het? Voelt iedereen zich intussen thuis?
‘We zijn een heel eind op de goede weg. Certificering vult ons aan: we werken niet voor het kwaliteitsregister, het kwaliteitsregister werkt voor ons. Voorheen moesten we alles aantonen en nu nemen ze meer aan dat we de punten die we aanvragen ook daadwerkelijk behaald hebben. Er is natuurlijk wel controle, maar het systeem werkt op basis van vertrouwen. We behandelen elkaar als volwassenen. Het systeem werkt ook vlot: als je nu iets indient, krijg je snel een reactie. Daar is echt een inhaalslag gemaakt. En het kwaliteitsregister zou bovendien onze administratieve last verminderen als het zou helpen om aan te tonen dat we bevoegd en bekwaam zijn. Ons team beheert zo’n 800 unieke equipments, je kunt niet voor al die apparaten certificaten bij de firma’s halen om aan te tonen dat je bevoegd en bekwaam bent. Certificering via de VZI kan daar de druk afhalen. Het kwaliteitsregister is ook een prima bewaarplek voor alle certificaten, helemaal als het ook inzichtelijk is voor het MT. Het dossier wordt dan in één systeem bijgehouden en niet in drie.’ In het convenant staat inderdaad dat de medisch technicus aantoonbaar bevoegd en bekwaam moet zijn om zelfstandig onderhoudswerkzaamheden te mogen verrichten.
Werkt certificering de veiligheid in de hand?
‘Het opgenomen zijn in een kwaliteitsregister vergroot de veiligheid an sich niet, het gaat altijd om de verantwoordelijkheid die je als technicus hebt: wat ga je doen met wat je ziet op de werkvloer? Dan helpt een papiertje niet. Maar als je meedoet aan registratie moet je ook scholing volgen en moet je in de gelegenheid zijn om je bij te scholen, en punten te halen. Het hebben van een certificaat is geen vrijbrief om te verslappen, maar het hele traject van certificeren in het kwaliteitsregister zorgt ervoor dat je een goede technicus bent en laat zien dat je de afgelopen jaren de inspanning hebt geleverd om die kennis op peil te houden. Certificering is geen garantie, maar het laat wel zien dat we bekwame mensen zijn die verstand van zaken hebben.’
Deelname aan het kwaliteitsregister is niet verplicht, zoals de BIG-registratie. Zou het verplicht gesteld moeten worden?
‘Zelf merk ik dat als je iets moet doen, het je ook tegen kan gaan staan. Dan werkt het averechts. Wij volgen veel trainingen, soms omdat het moet, soms omdat we er meer van wíllen weten. Maar onze leidinggevende stimuleert na- en bijscholing enorm en we worden in brede zin gefaciliteerd. Ik ga af en toe naar VZI-dagen, soms hebben niet alle agendapunten raakvlakken met mijn aandachtgebied, maar blijkt het in het geheel gewoon wel een heel leerzame dag te zijn geweest. Ik denk dat het juist krachtig is dat het niet verplicht is, maar dat het een mogelijkheid is waar je voor kunt gaan. Als het netto onder de streep iets oplevert – bijvoorbeeld doorgroeien naar een hoger functieprofiel, betere salariëring of meer aanzien – dan komen de mensen vanzelf wel. Juist omdat het niet verplicht is, zijn we trots op wat we doen.’
Geeft de certificering ook wel eens onderling gedonder?
‘Als in scheve ogen op de werkvloer? Eigenlijk niet, sommige collega’s zien de meerwaarde nog niet direct, die moeten een drempeltje over. Dat kost denk ik even tijd, maar dat zal bij andere beroepsgroepen niet anders zijn. Binnen ons team van zes zijn we allemaal erg enthousiast. Ik vind het mooi als firma’s of andere huizen laten blijken dat wij best vergevorderd zijn. Dat vind ik een compliment en het prikkelt me om bij de top te horen. Wij worden in het Isala gesteund om vol mee te doen, dat maakt het leuk. Andere ziekenhuizen zijn misschien wat gereserveerder met het stimuleren van nascholing. De certificaten werken bij ons dus vooral aanstekelijk. We hebben een muur waar we onze certificaten op plakken. Dit prikkelde andere collega’s en het aantal certificaten op de muur is gaan groeien. De competitie is op een prettige manier aanzwengelend. Ik was de eerste met MT5 expert en omdat het een nieuw vormgegeven certificaat was, viel het op.’
Een technologiegroep is een verworven deskundigheidsgebied bij: werkervaring 600 uur in 3 jaar (gem.1 dag per week), plus bijscholing op dat gebied van 12 uur in 3 jaar (gem. ½ dag per jaar). Dat klinkt mij als best veel in de oren. Is dat goed te doen?
‘Ja, aan dat aantal uren kom je wel. Als je bijvoorbeeld storingstelefoon hebt, kan het aantal uren dat je met een technologiegroep bezig bent ongemerkt flink oplopen. Er was bij ons van de week iets met de reiniging van de scopen mis en dan zijn we druk bezig om het weer in orde te krijgen. Trainingen die je bij de leverancier volgt, en waar je een certificaat voor krijgt, tellen ook mee. Door corona zijn de congressen en trainingen nu schaars. De VZI heeft een mooi systeem gebouwd dat goed werkt, maar het is tijdelijk lastiger om te vullen. Alhoewel je met vakbladen lezen ook punten haalt. En je bent expert over drie jaar tijd, daar zit dan nu een coronajaar tussen. Je moet het echt als een gemiddelde zien en dan is het wel goed haalbaar.’
Ik zie dat je ook een email signature hebt van de VZI met expertstatus?
‘Leuk hè. Je kunt de logo’s downloaden op de site van de VZI en dat heb ik gedaan, en vervolgens mijn collega’s geholpen die dat ook wilden. Ik heb er een linkje bijgezet naar het register, het kwaliteitsregister is openbaar voor iedereen, dat is wel zo inzichtelijk – zelfs mijn moeder zou er een kijkje kunnen nemen.’