Een AED is een klein, compact apparaat dat hartritmes interpreteert en elektrische schokken kan toedienen om een plotselinge hartstilstand te behandelen. Het belangrijkste verschil tussen AED’s en de handmatig bediende defibrillatoren die vaak door medische professionals worden toegepast is dat AED’s zijn ontworpen voor de inzet door mensen die mogelijk niet de uitgebreide training hebben gevolgd die nodig is om een handmatige defibrillator te gebruiken.
Plotselinge hartstilstand
Plotselinge hartstilstand treedt op omdat de normale elektrische prikkels die het hart stimuleert veranderen in een chaotisch ongeorganiseerd elektrisch ritme dat ventrikel fibrillatie (VF) wordt genoemd. Het hart kan geen bloed meer rondpompen en lijkt te zijn gestopt met kloppen. Deze aandoening wordt plotselinge hartstilstand genoemd. De persoon raakt buiten bewustzijn en ook de ademhaling stopt. Plotselinge hartstilstand is een van de meest voorkomende doodsoorzaken in ontwikkelde landen waaraan vele mensen overlijden. VF ontstaat vaak zonder waarschuwing. Als het hartritme niet wordt hersteld zal het slachtoffer binnen enkele minuten overlijden.
Hoe behandel je een plotselinge hartstilstand?
Een hart dat fibrilleert (VF) moet worden gedefibrilleerd. Een AED geeft een elektrische schok met hoge energie af aan het slachtoffer met VF om het normale hartritme te herstellen. AED’s zijn compact, draagbaar, gemakkelijk te gebruiken en begeleiden de gebruiker door het defibrillatie proces met aanwijzingen en opdrachten. De AED analyseert nauwkeurig het hartritme van het slachtoffer en geeft alleen een schok als dat nodig is. Om het hart te defibrilleren (het chaotische en onproductieve trillen van VF te stoppen) moet deze elektrische schok worden toegepast. Defibrillatie is de enige behandeling om ventriculaire fibrillatie te couperen.
Een elektrische schok toegediend binnen een paar minuten na het ontstaan van VF heeft de grootste kans op een geslaagde reanimatie. Het succes neemt met elke minuut die verstrijkt met ongeveer zeven tot tien procent af.
Na enkele minuten zijn er nog maar heel weinig reanimatiepogingen succesvol. Het belangrijkste element bij de behandeling van plotselinge hartstilstand is dus het zorgen voor een snelle defibrillatie.
AED’s zijn heel eenvoudig te bedienen. Je hoeft geen hartritmes te herkennen of te interpreteren want de AED doet dat automatisch. Moderne AED’s zijn zeer betrouwbaar en zullen geen schok geven tenzij dit nodig is. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat ze schade zullen toebrengen aan iemand die is ingestort door een vermoedelijke plotselinge hartstilstand. Ze zijn veilig in gebruik. Het algoritme van de ingebouwde computer beoordeelt het hartritme van het slachtoffer en beoordeelt of er defibrillatie nodig is en dient vervolgens de juiste schok toe. Hoorbare en visuele aanwijzingen begeleiden de gebruiker door het proces.
Door de elektrische schok worden alle hartspiercelen als het ware gereset waardoor de chaotische elektrische activiteit uitdooft. Na de schok is de verwachting dat de normale elektrische sequentie van het hart en daarmee de pompwerking wordt hervat.
De AED is ontworpen voor gebruik door een leek, een ‘eerstehulpverlener’, iemand met een AED-opleiding. Voor het gebruik van een AED is geen medische opleiding nodig. Het gebruik ervan wordt niet aanbevolen bij kinderen jonger dan 1 jaar maar is wel geschikt bij oudere kinderen en tieners. Standaard defibrillatorelektroden voor volwassenen zijn geschikt voor gebruik bij kinderen ouder dan 8 jaar. Bij jongere kinderen (tussen 1 en 8 jaar) moeten bij voorkeur speciale defibrillatorelektroden worden gebruikt.
Het apparaat vormt een minimaal risico voor de hulpverlener. Door de makkelijke en veilige bediening zijn ze erg geschikt op plaatsen die makkelijk toegankelijk zijn zoals openbare gebouwen en winkelcentra.
De praktijk: samenvatting van hoe een AED-apparaat wordt gebruikt
Bij het aanzetten van de AED vertelt het apparaat dat de gebruiker de kabel moet aansluiten en de zelfklevende elektroden op de blote borst van het slachtoffer moet plakken. Deze sturen de elektrische gegevens van het hart (ECG) naar het apparaat. Vervolgens analyseert de AED het ECG. Het algoritme bepaalt specifieke kenmerken zoals hartfrequentie, vorm, helling, amplitude en hartslag.
Op basis van deze berekeningen bepaalt het apparaat of er al dan niet een schok nodig is.
Is dit wenselijk dan zal de AED de gebruiker vragen om op een knop te drukken waarna de schok automatisch aan het slachtoffer wordt toegediend.
Vervolgens analyseert de AED het hartritme opnieuw om te bepalen of er nog een schok nodig is. Als dat het geval is, wordt er opnieuw een schok toegediend. Tussentijds wordt de benodigde elektrische ontlading in het apparaat opgebouwd.
Als er geen ‘schokbaar’ hartritme wordt gedetecteerd zal de AED de gebruiker vragen de hartslag van het slachtoffer te controleren.
In alle gevallen moet reanimatie worden gestart; het gebruik van een AED alleen is onvoldoende voor een geslaagde reanimatie.
Voor iemand zonder voorafgaande ervaring of kennis is het waarschijnlijk dat een training van ongeveer vier uur nodig zal zijn om de kerncompetenties te beheersen. Omdat het vaak nodig is om aanvullende training op te nemen om aan de behoeften van bepaalde groepen cursisten te voldoen kan er extra tijd nodig zijn.
Vaardigheden op het gebied van basale levensondersteuning en het gebruik van een AED gaan na de training snel verloren. Het is belangrijk dat dit regelmatig wordt opgefrist vooral door degenen die de plicht hebben om te reageren in geval van nood. Het uitgangspunt moet zijn dat deze bekwaamheid te allen tijde op een effectief niveau wordt gehouden.