Terug

Van cocabladeren tot longprotectief beademen in de OK
Dräger Nederland

01 november 2023

(Laatst aangepast: 30-03-2024)

Van cocabladeren tot longprotectief beademen in de OK

Publicaties Whitepapers

Het was in 1846 dat mensen voor het eerst onder verdoving hun tanden konden laten trekken met behulp van ether. Dit was het begin van de ontwikkeling van de anesthesietechnologie. Een ontwikkeling die nog steeds voortduurt en inmiddels heeft geleid tot de uiterst geavanceerde anesthesiewerkstations in de OK die longprotectief beademen mogelijk maken. De firma Dräger¹ speelt hierin van oudsher een belangrijke rol.

Geschiedenis

Al sinds de oudheid is de mens op zoek naar remedies om pijn te bestrijden. Van het kauwen op cocabladeren, het inademen van cannabisdampen, het drinken van plantensappen met een pijnstillende/bedwelmende werking tot een klap op het hoofd, een overmatige hoeveelheid alcohol of hypnose. Voor 1846 werden operaties zelden met verdoving uitgevoerd, hoewel in de achttiende eeuw al bekend was dat distikstofmonoxide (lachgas) en di-ethylether (gewone ether) pijnstillend werkten. Uiteindelijk veroorzaakte de etherdemonstratie die tandarts/geneeskundestudent William Thomas Green Morton in 1846 uitvoerde in het Boston Massachusetts General Hospital, de grote omwenteling op weg naar de moderne anesthesie. Het gebruik van ether voor anesthesie en een jaar later chloroform (minder brandbaar en een betere geur), zorgde ervoor dat pijn bij chirurgie niet meer nodig was.

 

In het begin gebeurde de beademing (door lucht met anesthetica) nog handmatig. Sinds 1885 was het mogelijk om gassen zoals zuurstof (ontdekt in 1771) in cilinders op te slaan. In 1888 ontwikkelde Johann Heinrich Dräger (Duitsland) een drukregelaar voor bierpompen, waarmee gassen gecontroleerd uit hun cilinder konden komen. Samen met zijn zoon Bernhard en de arts Otto Roth bouwde hij in 1901 het eerste narcoseapparaat voor chloroform en zuurstof. Zo stond de firma Dräger aan de wieg van de eerste in serie geproduceerde anesthesiemachines in 1902. Dit was de start van de anesthesietechnologie; een technologische ontwikkeling die nog steeds gaande is en inmiddels heeft geleid tot de huidige innovatieve hightech anesthesiewerkstations in de OK.

Figuur 1:Anesthesiemachine in het verleden

Anesthesie

In de twintigste eeuw is anesthesie een volwaardige discipline geworden. Tegenwoordig zijn de kerntaken van de anesthesioloog/anesthesist het continu monitoren van de vitale functies van de patiënt tijdens een operatie, evenals pijnmanagement en postoperatieve zorg. Daarmee levert de anesthesist een belangrijk bijdrage aan de veiligheid en het comfort van de patiënt, zowel voor en tijdens als na een chirurgische ingreep.

 

Bij anesthesie krijgt de patiënt medicijnen of andere stoffen toegediend die een tijdelijk verlies van gevoel of bewustzijn veroorzaken. Daardoor voelt deze tijdens een operatie geen pijn of ongemak. Er zijn verschillende soorten anesthesie: algehele anesthesie, sedatie, regionale anesthesie en lokale anesthesie.

 

Voordat we verder op de technologie ingaan, een korte toelichting op wat algehele anesthesie (narcose) in grote lijnen inhoudt. De anesthesist brengt bij de patiënt intraveneus of via inhalatie een combinatie van medicijnen in zoals pijnstillers, slaapmiddelen, soms ook spierverslappers. Ze schakelen het bewustzijn en de spierkracht in het hele lichaam tijdelijk uit, evenals gevoeligheid voor pijn. De patiënt bevindt zich in een slapende toestand.

 

Omdat de patiënt bij algehele anesthesie niet of niet volledig zelfstandig kan ademen, wordt gebruikgemaakt van beademingsapparatuur. Edwin Nieland, Modality Manager Medical Systems OR Dräger Nederland: “Het beademingsapparaat ondersteunt de ademhaling of neemt deze helemaal over en beademt de patiënt. Dit gebeurt aan de hand van parameters die zo ingesteld worden dat dit veilig voor de patiënt en diens longen is.”

Figuur 2:Definitie van anesthesie

Low- en minimal-flow anesthesie in de OK

Toch zal het niemand vreemd in de oren klinken dat mechanisch beademde patiënten erg kwetsbaar zijn. Dankzij de huidige technologie en de andere wijzen van beademing is de tegenwoordige operatiekamer een uiterst veilige omgeving, voor zowel patiënten als zorgpersoneel. Maar hoe veilig de apparatuur en omstandigheden ook zijn, een zekere mate van risico is er altijd. Zo is in de afgelopen twintig jaar duidelijk geworden dat algehele anesthesie de longfunctie kan verminderen, zelfs bij gezonde personen. Spierverslapping, ademhalingsondersteuning, mechanische beademing, de positie van de patiënt, menselijke fouten en de chirurgie zelf kunnen, apart of in combinatie met elkaar, hierop van invloed zijn en tot complicaties leiden. Het optimaliseren van de perioperatieve omgeving (preoperatief, peroperatief en postoperatief) is dan ook een must.

 

Klinische voordelen van low- en minimal-flow anesthesie
De huidige Dräger anesthesiewerkstations leveren een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van die perioperatieve omgeving, onder meer doordat ze peroperatieve longprotectieve beademing mogelijk maken. Er is steeds meer bewijs dat deze manier van beademen veel voordelen biedt. Er zijn minder postoperatieve pulmonale complicaties, minder morbiditeit en mortaliteit en de opnameduur is korter.
Longprotectieve beademing gebeurt onder andere via low-flow en minimal-flow anesthesie. Low- en minimal-flow anesthesie beschermen de longen van de patiënt door tijdens een operatie zo min mogelijk ‘beademingsgassen’ (zoals zuurstof en anesthetica) te gebruiken en door deze te bevochtigen en verwarmen.
Hier lees je hoe de patiënt reageert op mechanisch beademing via high-, low- en minimal-flow anesthesie. Nieland: “Vergelijk het hiermee: wanneer je door je neus ademt, wordt het ‘gas’ verwarmd en bevochtigd. Maar als je via beademingsapparatuur een grote hoeveelheid ‘koude beademingsgassen’ inademt, is de kans op beschadiging van de longen groter. Low- en minimal-flow anesthesie beperken de schade.”
Tegelijk is het belangrijk dat tijdens de operatie de spontane ademhaling van de patiënt vergemakkelijkt wordt. Daarvoor zijn de juiste apparaten en instellingen nodig. De huidige Dräger anesthesieapparatuur biedt de mogelijkheid om mechanische beademing te synchroniseren met de spontane ademhaling van de patiënt, zodat deze op elk moment zelfstandig kan ademen.

Niet-klinische voordelen van low- en minimal-flow anesthesie
Er zijn nog andere voordelen van low- en minimal-flow anesthesie. Minder postoperatieve complicaties leiden uiteraard ook tot minder kosten. Uit onderzoek blijkt eveneens dat de kosten tot wel 75% kunnen worden teruggebracht als de versgasflow wordt verlaagd van 4 naar 1 l/min. Daarnaast geeft een lager gebruik van anesthetica en zuurstof minder afval en CO2-uitstoot. Een lage versgasflow maximaliseert namelijk de hoeveelheid uitgeademd anesthesiegas die opnieuw wordt ingeademd. Wil je meer weten? Lees dan ook: Voordelen van low-flow anesthesie.

De techniek die low- en minimal-flow anesthesie mogelijk maakt

In de Dräger anesthesieapparaten maken de piston ventilator (series: Primus® en Atlan®) en de turbine ventilator (series: Perseus® en Zeus®) low- en minimal-flow anesthesie (en daarmee protectief beademen) mogelijk.

De elektrisch aangedreven ventilatoren, met name de pistonaangedreven ventilator E-Vent/E-Vent plus die in de anesthesiemachines van Dräger zijn geïnstalleerd, zorgen voor een zeer nauwkeurige en veilige flow-volumedosering. Zelfs in het onwaarschijnlijke geval van een volledig defecte flowmeting kan nog steeds.

In de door turbine aangedreven anesthesietoestellen in de Zeus® familie en de Perseus® A500, vermindert de cirkelflow eveneens de weerstanden van het ademhalingssysteem. Dit vergemakkelijkt spontane ademhaling en vermindert het werk van de ademhaling. Met deze systemen kan de patiënt spontaan ademen op elk moment, zelfs tijdens de inspiratoire fase en op PEEP- (Positive End-Expiratory Pressure’) en CPAP-niveau (‘Continuous Positive Airway Pressure’). Nieland: “Metaforisch: een trein duwend /trekkend in beweging houden is makkelijker dan een stilstaande trein in beweging krijgen. De turbine is als een bewegende trein, waardoor de patiënt minder inspanning hoeft te leveren om te ademen.”

Meer over de techniek achter low- en minimal-flow anesthesie, vind je in: Technische inzichten voor low- and minimal-flow anesthesie.

Figuur 3:Dräger anesthesieapparaten

Verbonden technologie ofwel interoperabiliteit

De huidige Dräger anesthesiewerkstations zijn naast verschillende beademings- en gastoedieningstechnologieën eveneens uitgevoerd met patiëntbewaking, slimme software en tools die beslissingen ondersteunen. Ook is toegang tot patiëntgegevens gemakkelijk, want de anesthesietoestellen zijn verbonden met alle medische apparatuur en informatie- en alarmsystemen in de OK. Met onze verbonden technologie maken we slimmere en stillere communicatie mogelijk in kritische zorgomgevingen. We doen dat door medische apparatuur en informatiesystemen te verbinden tot één medisch ecosysteem. Zorgverleners kunnen effectiever samenwerken door het gebruik en gemak van één patiëntgebonden monitor tijdens de gehele patiëntreis. Hierdoor is een volledig vitaal beeld van de patiënt overal, altijd en voor iedereen inzichtelijk. Dit geeft niet alleen een completer en betrouwbaarder patiëntbeeld, maar maakt ook nieuwe klinische toepassingen en veilige bediening medische apparatuur op afstand mogelijk. Deze verbonden technologie, interoperabiliteit genoemd, is gebaseerd op een open standaard: Service-oriented Device Connectivity (SDC).

Figuur 4:Anesthesiewerkstations

Veilig, ergonomisch en gebruiksvriendelijk

Anesthesietoestellen moeten eveneens ergonomisch verantwoord en gebruiksvriendelijk zijn. “Onze anesthesieapparaten worden ontwikkeld en gefabriceerd volgens een gestandaardiseerd concept”, legt Nieland uit. “De schermen zijn allemaal op dezelfde manier opgebouwd en de look & feel is uniform. Dat maakt de apparatuur veilig en gemakkelijk te bedienen. Er is minder kans op fouten en het zorgpersoneel is snel vertrouwd met de interface. Bijkomend voordeel is dat minder training en bijscholing nodig zijn. Bovendien beschikken de toestellen over verschillende hulpsystemen zoals de econometer, waardoor minder handelingen van zorgmedewerkers vereist zijn.”

Figuur 5:Anesthesie tijdens een operatie

Duurzaam

Ook voor duurzaamheid is steeds meer aandacht in de operatiekamer. Denk aan de ’Groene OK’ waar het milieu zo min mogelijk wordt belast en waar maximaal aandacht is voor de gezondheid van de patiënt en het welbevinden van het zorgpersoneel. Dräger heeft duurzaamheid eveneens hoog in het vaandel, onder meer bij de ontwikkeling van nieuwe producten en de steeds verdergaande digitalisering. Huidige en nieuwe producten zijn al voorbereid op de toekomst (future-readiness). Ook wordt de levensduur van bestaande producten en materialen verlengd door deze te recyclen en hergebruiken waar mogelijk. Zo wordt de levensduur van de anesthesietoestellen al opgerekt van tien naar twaalf en wellicht vijftien jaar structureel in de toekomst, zonder noodzakelijke tussentijdse refurbish-activiteiten. Nieland: “Daar komt bij dat onze anesthesietoestellen geen aandrijfgas maar slechts een klein beetje elektriciteit, zoals van een gloeilamp, nodig hebben om hun werk te kunnen doen. Daarmee bespaar je ook nog eens honderden miljarden liters aandrijfgas wereldwijd. Je wilt niet denken aan wat daarvan de CO2 footprint zou zijn!”

Een goed begin is het halve werk

Iedere OK is uniek en ieder ziekenhuis heeft een eigen wensenpakket. Daarom is een optimale voorbereiding essentieel. “Voor de aanschaf van de apparatuur komt zorgpersoneel naar ons kantoor toe”, zegt Nieland. “Gezamenlijk wordt een mock-up van de hele werkplek opgebouwd en ingericht, inclusief het systeem met alle bijbehorende accessoires. Precies zoals het ziekenhuis het wil. Op die manier kunnen de gebruikers de werkplekinrichting zelf ervaren om tot een optimale keuze te komen.“

Bij die optimale keuze hoort tegenwoordig ook een digitale verbinding tussen het ziekenhuis en Dräger. De data die over deze verbinding gaan, kunnen worden gebruikt ten behoeve van een Lung-Protective-Ventilation-Analytics dashboard. Daarmee kan het ziekenhuis het ‘ventilatiebeleid en ventilatiegedrag’ checken en er op acteren. En daarmee de vertrouwde plan-do-check-act-cyclus compleet maken: Data analyse 

 

¹Dräger is dé specialist in medische technologie voor de neonatale zorg, de IC en de OK.
Meer weten over Dräger en onze anesthesietoestellen? Neem dan een kijkje op onze website: Anesthesietoestellen - geavanceerde toekomstgerichte technologie die voldoet aan uw behoeften | Dräger.

Toon alle referenties

Auteur