Terug

In het centrum van de crisis: dossier Bernhoven
Esther van Andel

21 april 2020

(Laatst aangepast: 23-04-2020)

In het centrum van de crisis: dossier Bernhoven

Publicaties

In Nederland sloeg het COVID-19-virus het eerst om zich heen in de provincies Noord-Brabant en Limburg. Ziekenhuis Bernhoven in Uden is dan ook een van de pioniers in het opvangen van Corona-patiënten. Op 31 maart sprak MT-Integraal met Ellen Nijssen, Medisch Technologisch adviseur van dit ziekenhuis over haar ervaringen van de afgelopen weken.

Crisisbeleidsteam

Om alles zo goed mogelijk op te starten en tot een geschikt plan van aanpak te kunnen komen heeft Bernhoven op 27 februari een crisisbeleidsteam gevormd met verschillende werkgroepen, bestaande uit verschillende betrokkenen en inhoudsdeskundingen van het ziekenhuis. Niet alleen medisch technici en klinisch fysici waren onderdeel van deze groepen, maar ook bestuurders, artsen, verpleegkundigen, teammanagers en hygiëne- en inkoop-deskundigen maakten hier deel van uit. Ellen was werkzaam in de “middelen en materialen werkgroep”. De bijeenkomsten werden vanaf begin maart op dagelijkse basis gehouden en de eerste uitdaging was de realisatie van uitbreiding van IC-plekken op zeer korte termijn. Het team stelde hiervoor verschillende scenario’s of fases op, waarbij er steeds vooruit werd gewerkt: als het ene scenario in werking trad, werd het volgende alvast voorbereid. Op die manier werd het oplopen van achterstanden dus voorkomen. 


Veranderende behoefte

Gezien de ernst van de situatie en het snel oplopende aantal nieuwe besmettingen moesten er constant nieuwe dingen worden geregeld. Hierbij diende er steeds te worden ingespeeld op een veranderde behoefte, ook omdat er zich doorlopend en gedurende een dag weer nieuwe en andere problemen voordeden. Daarbij was het vanwege de onbekendheid met deze nieuwe crisissituatie lastig om van tevoren in te schatten wat er precies nodig zou zijn. Zo lagen de eerste Corona-patiënten aanvankelijk geïsoleerd op de normale verpleegafdeling, maar is binnen het team al gauw besloten een aparte Corona-afdeling te maken waarin de gespecialiseerde verpleegkundigen en artsen werkzaam konden zijn. Ook kwam er op de IC een ‘zaal’ met 10 beademde IC-plekken voor Corona-patiënten. Dit in plaats van de inrichting van individuele kamers wat naar verwachting te veel zou vragen van personele inzet. Aangezien al snel bleek dat de spoedeisende hulp overbelast raakte, werd er half maart een triagetent opgebouwd om een snellere screening van nieuwe potentiële patiënten te realiseren. Hiervoor werd een mobiele bucky in de tent geplaatst en kwam er een vrachtwagen met CT-scanner bij de triagetent te staan. 

Uitbreiding apparatuur

Al deze nieuwe maatregelen hadden uiteraard flinke consequenties voor de medische apparatuur en bijbehorende materialen. Voor de extra Corona IC-plekken was het bijvoorbeeld van belang dat er extra spuit- en volumetrische pompen werden aangeleverd.  Gezien de tijdelijkheid van de situatie, diende er echter wel kritisch te worden gekeken naar het aanleveren van nieuwe materialen en apparatuur en naar het zo efficiënt mogelijk gebruiken hiervan. Waar normaliter en idealiter bijvoorbeeld twee volumetrische en acht spuitpompen gebruikt zouden worden, was het ziekenhuis nu genoodzaakt dit terug te brengen naar het minimale van twee volumetrische en zes spuitpompen ingesteld voor de beschikbare materialen. Dankzij het afschalen van de operatiekamers en andere reguliere zorg, kwam er veel apparatuur beschikbaar die ingezet kon worden op de Corona-afdeling en op de Corona IC-plekken. Zo konden anesthesietoestellen gebruikt worden als beademingsapparaat. Een ander bijkomstigheid was het feit dat het ziekenhuis net een vervangingstraject van de beademingsapparatuur en bevochtigers had afgerond waardoor de vervangen beademingsmachines nog in het ziekenhuis aanwezig waren en de vervangen bevochtigers konden worden teruggehaald waardoor er dus extra materiaal beschikbaar kon worden gesteld.  
Door de snelheid waarmee het nieuwe materiaal moest worden aangeleverd was het ziekenhuis genoodzaakt de controle hiervan minder intensief uit te voeren dan normaal gesproken gangbaar is. Ideaalbeelden moesten dus worden losgelaten, maar ondanks dit alles bleef de veiligheid en hygiëne uiteraard gewaarborgd en vastgelegd.

Naast de apparatuur zorgde ook de energievoorziening voor moeilijkheden. Zo kwam er op de IC meer vraag naar CVVH-machines maar was het elektriciteitsnet van de tijdelijke ‘IC-zaal’ niet gemaakt op al die extra IC-apparaten. Er diende dus gezocht te worden naar een manier om de apparatuur aan te sluiten waarbij overbelasting van de installatie werd voorkomen. Een belangrijk hulpmiddel hierbij was de bestudering van de installatietekening van het gebouw in samenwerking met een gebouwtechnicus, om te kunnen beoordelen of de capaciteit van de energievoorziening toereikend was en gezamenlijk advies naar de desbetreffende afdeling kon worden verstrekt. 
Ten slotte was ook de ventilatie van de ruimtes waarin de Corona-patiënten lagen een punt waar rekening mee moest worden gehouden. Waar de ruimte in welke de ‘IC-zaal’ was gemaakt normaliter een overdruk heeft, moest dat nu precies andersom. Om verspreiding door de rest het ziekenhuis en dus nieuwe besmettingen te voorkomen, moest de lucht immers binnen de kamers gehouden zien te worden. 

Landelijk is afgesproken dat alle Nederlandse ziekenhuizen ten minste een verdubbeling van het aantal beschikbare IC-plekken ten aanzien van de normale situatie realiseren. Aangezien Bernhoven de IC-capaciteit heeft uitgebreid van de gebruikelijke acht naar 21 plekken, heeft dit ziekenhuis daar dus ruim aan voldaan. Volgens Ellen zijn deze 21 plekken – naast de bedden voor niet-beademde patiënten – dan ook echt het maximale dat Bernhoven kan faciliteren, zowel qua materiaal en apparatuur als qua personeel. Zoals het er nu naar uitziet lijkt dit ook voldoende te zijn. Zo heeft het ziekenhuis vanwege de terugloop van het aantal nieuwe patiënten de triagetent kunnen sluiten en volstaat voortaan de gebruikelijke spoedeisende hulp en diagnostiek. 
Gezien de logistieke complexiteit van de verwerving van alle apparatuur is Ellen met haar team nu al hard bezig met het maken een terugbouwplan, om alles weer zo goed en gestructureerd mogelijk in de oude staat terug te kunnen brengen als deze crisis voorbij is.

Samenwerking

Ondanks de ernst van de situatie noemt Ellen ook een aantal positieve aspecten van de afgelopen tijd. Allereerst is dit de welwillendheid en behulpzaamheid van de leveranciers, van andere afdelingen binnen Bernhoven en van de andere Nederlandse ziekenhuizen. Er was constant sprake van een goede samenwerking, iedereen probeerde mee te denken en alle betrokkenen deden wat in hun macht lag om een zo optimaal resultaat te kunnen behalen met elkaar. Verder benoemt Ellen ook de veranderde rol die de afdeling Medische Technologie binnen het ziekenhuis lijkt te hebben gekregen. In plaats van een positie op de achtergrond lijkt er nu namelijk sprake te zijn van een verhoogde zichtbaarheid en meer gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het is goed mogelijk dat deze rol ook na de crisissituatie behouden blijft. Andere zaken die door de crisis werden vereist maar die volgens Ellen tevens beschouwd kunnen worden als nuttige lessen voor de toekomst zijn de extra nauwkeurige registratie van de apparatuur en de versterkte communicatie binnen het team in combinatie met een duidelijke taakverdeling. 

Toon alle referenties

Auteur