Terug

Medische Technologie van Tweede Kamer tot werkplaats
Dirk Theunissen

03 september 2012

(Laatst aangepast: 24-07-2016)

Medische Technologie van Tweede Kamer tot werkplaats

Columns

Recent is er weer over medische technologie gesproken in briefverkeer tussen de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Tweede Kamer. Reden hiervoor was onder andere het eerder uitgebrachte rapport van de Expertgroep Medische Technologie [1] en het recenter verschenen convenant van de NVZ, NFU en Revalidatie Nederland [2].

Inleiding

De Minister schreef verheugd te zijn over het door de veldpartijen zelf uitgebrachte Convenant veilige toepassing van medische technologie. En stelde voor het in juli uitgebrachte rapport van de EMT in opdracht van het ministerie van VWS genaamd ‘Medische Technologie at risk?”, breed te verspreiden in verband met de veelheid aan praktische oplossingen en aanbevelingen [3]. Laatstgenoemde rapport heeft bij het uitkomen veel aandacht gekregen in de landelijke media. Het merendeel van de aandacht ging echter naar het mogelijk onvoldoende bekend of bekwaam zijn van medisch specialisten met medische technologie. De NVZ reageerde met de mededeling “niets nieuws onder de zon in rapport EMT” [4]. Dit terwijl het later door o.a. de NVZ zelf opgestelde Convenant Medische Technologie een praktische uitwerking en concretisering is van een aantal minimumveiligheidseisen zoals deze zijn verankerd in de nieuwe VMS veiligheidsnorm die vanaf 2013 van kracht zal zijn (NTA8009:2011). Wat ten minste de indruk wekt dat deze nieuwe veldnorm geen overdaad aan nieuwe normen toevoegt. Maar wat is de invloed van deze rapporten op de verschillende medisch technische afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen? Moeten we nu meer gaan doen, of iets anders?

De veldnorm beschreven in het convenant beoogde nadere regelgeving te voorkomen. Regelgeving welke van directe invloed is op de dagelijkse praktijk in elke medisch technische werkplaats. In haar brief aan de Tweede Kamer geeft de Minister aan dat met het verschijnen van deze veldnorm de overweging om het wettelijk te verplichten dat onderhoud wordt uitgevoerd door daartoe gecertificeerde onderhoudsdiensten, vervalt.

Doorgetrokken kan er wellicht geconcludeerd worden dat deze publicaties over medische technologie het voortbestaan van de medisch instrumentele diensten, zeker in kleinere ziekenhuizen, heeft gered. Volledige certificatie van een instrumentele dienst voor onderhoud aan alle verschillende typen apparatuur lijkt immers nauwelijks haalbaar. Of het überhaupt zinvol zou zijn om de technicus verplicht te certificeren en de gebruiker en overige ketens in de levenscyclus niet is uiteraard weer een andere discussie.

Oké, de werkplaats kan blijven bestaan. Maar moet er dan misschien anders gewerkt gaan worden? Er wordt immers gezegd dat er “niets nieuws onder de zon” is en het een uitwerking van bestaande eisen in een veldnorm is. En stelt het convenant dat de concrete invoering van de veldnormen gefaseerd zal gaan op basis van een nog op te stellen implementatieplan.

Standpunt BMTZ

De beroepsvereniging voor Biomedisch Technologen in de Zorg (BMTZ) is van mening dat de genoemde publicaties en brieven van de Minister wel degelijk gebruikt kunnen worden in de werkplaats. Met het rapport van de expertgroep in de hand kan een medisch technische afdeling namelijk voldoende beargumenteren waarom medisch technische professionals (bijv. klinisch fysici, biomedisch technologen en medische technici) veel meer betrokken moeten worden in de organisatie rondom de inzet technologie. Aanvullend kan een medisch technische afdeling het convenant gebruiken als een interne checklist om te controleren of de daar genoemde procedures al onderdeel zijn van het kwaliteitsysteem.

Expertgroep Medische Techniek – Techniek in de organisatie
De EMT heeft gezocht naar 'laaghangend fruit' zogenaamde quick wins, praktische en snel toepasbare risicoreducerende maatregelen. Dit technisch laaghangend fruit bleek vaak organisatorisch hoog te hangen, zoals doorvoering van standaardisatie of aanpassingen aan (aansluitingen van) producten. Naar mate de eenheden binnen een ziekenhuis groter worden groeit de zelfstandigheid van deze eenheden, denk aan RVE’s of Business Units. De Raad van Bestuur kan deze eenheden kaders geven waarbinnen zij moeten opereren. De medisch technische afdelingen zal zich sterk moeten maken om één van die kaders het gebruik van standaarden, wat betreft medische technologie en disposables, te laten zijn. Om de uitvoering hiervan te controleren en coördineren zal er dan echter ook een technisch professional in de commissies moeten zitten die hier over gaan, zoals een investeringen commissie of een materialen advies commissie. Wie dan de technicus weet immers beter welk type infuuspompen, bloeddrukmeters of thermometers er op de verschillende afdelingen in huis gebruikt worden? Rol van de Technische Afdelingen De expertgroep schrijft dat risico’s op toepassing- en gebruikersfouten mede in de hand worden gewerkt door gebrekkige instructies en gebruiksaanwijzingen. Hier ligt een belangrijke rol weggelegd voor de technische afdelingen. Wie kent immers de leverancier niet tegen de gebruiker zegt “het product is echt veilig hoor, kan niets mee gebeuren”, waarna jij hen moet gaan overtuigen van de risico’s die gepaard gaan met het gebruik van bijv. elektrochirurgie of lasers. De afdeling medische techniek zou standaard een grotere rol moeten hebben bij de instructie van medewerkers bij nieuwe apparatuur. Dit kan vorm gegeven worden door de training die een leverancier verzorgt eerst samen door te spreken en/of de leverancier enkele aandachtspunten mee te geven naar aanleiding van een specifieke situatie in je ziekenhuis. Ook kan gedacht worden aan een gecombineerde trainingsvorm. Waar de leverancier de gebruiker traint op het functionele deel van het apparaat en een technicus de gebruiker traint in de ziekenhuis specifieke situatie wanneer een toestel onderdeel wordt van een groter systeem, door bijvoorbeeld gas, data of andere koppelingen.

Medisch Technicus
Als medisch technicus ben je als geen ander op de hoogte van de veelvoud aan storingen, risico’s en gebruikersfouten die het dagelijks gebruik met zich meebrengen. Maar wordt die kennis al gebruikt? Elke technicus kent de frustraties die gepaard gaan met “weer dezelfde melding, van diezelfde afdeling”. Maar weet die afdeling ook dat er zo vaak hetzelfde aan de hand is? Van fouten kan iedereen leren maar dan moet deze kennis wel uitgewisseld worden. Hierbij kan dan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van informatie verkregen uit recente storingsoorzaken analyse. Wanneer de technicus de afdeling informeert over het feit dat er veel gebruikersfouten optreden kan wellicht een extra training gepland worden. En zo zijn er veel voorbeelden te bedenken waarbij er een gemeenschappelijk voordeel behaald kan worden in informatie uitwisseling. De medische technologie is vaak als spin in het web bekend met de apparatuur, disposables die er worden gebruikt en mensen die het gebruiken. Je hebt immers bijvoorbeeld de gebruikte lijn nodig om een infuuspomp te kalibreren. Daarnaast krijg je te maken met alle mogelijke problemen die voortkomen uit koppelingen met, of raakvlakken aan, andere disciplines zoals ICT, Gebouw Techniek en CSA. Hierdoor beschikt de afdeling over een schat aan informatie die ingezet kan worden bij nieuwe projecten, investeringen of verbetertrajecten. Een medisch technische afdeling die een veilige toepassing van medische technologie nastreeft zal er zorg voor moeten dragen dat deze coördinerende rol van de techniek ook binnen de organisatiestructuur van het ziekenhuis is belegd.

Convenant Medische Technologie – Toepassing van techniek in het ziekenhuis
Eerder werd al genoemd dat de overweging onderhoudsdiensten verplicht te certificeren met het uitbrengen van het convenant in ieder geval voorlopig weer van tafel is. Maar wat brengt het verder met zich mee voor een gemiddelde afdeling medische techniek? Eigenlijk niets nieuws, maar wel een aantal handvatten. Uitgangspunt van het convenant was immers alleen bestaande regelgeving. Maar het is een illusie om te denken dat elk ziekenhuis al aan al deze bestaande regelgeving voldoet. Er is dus ongetwijfeld werk aan de winkel. Met het convenant geven de veldpartijen NVZ en NFU aan dat hun leden, de ziekenhuizen, zich willen conformeren aan de daarin gestelde normen. Voor een medisch technische afdeling die kwaliteitsborging en een veilige toepassing nastreeft kan het convenant dan ook een steun in de rug zijn. Nu is het immers een keer niet een rapport van een eigen (technische) beroepsvereniging maar dat van de ziekenhuisbranche.

Het convenant is het uitgelezen middel om concreet duidelijk te maken voor het ziekenhuis dat veilige toepassing van medische technologie veel verder gaat dan onderhoud en de goede stickers plakken. De opzet van het convenant maakt dit ook nog eens heel eenvoudig. Het is immers (grotendeels) een opsomming van noodzakelijk geachte procedures welke veel verder gaan dan enkel een afdeling medische techniek. Uitwerking van al deze aspecten in een overzicht met verantwoordelijkheden zal al snel leren dat er met name in de invoering- en gebruiksfase nog veel stappen gemaakt moeten worden. Hier kan (en moet) de techniek ondersteunend in willen zijn in de vorm van de door de expertgroep genoemde coördinerende rol voor een medisch technisch professional.

Dichterbij de dagelijkse werkzaamheden is het interessant om het gemaakte overzicht door te lopen om te controleren of er voor uw organisatie nog (nieuwe) procedures van toepassing zijn. Het feit dat het al bestaande regelgeving betreft gecombineerd met het gegeven dat de ziekenhuizen het zichzelf ook als norm opleggen en de IGZ om handhaving is gevraagd betekent dat het convenant niet meer vrijblijvend is. Door vroeg te reageren kun je als medisch technische afdeling zelf nog volop invloed uitoefenen op de aard en inhoud van de procedure(s). Hierbij geldt “regeren is vooruitzien”.

Uiteraard is er nog een belangrijk aspect naast het hebben en volgen van deze procedures. Namelijk wat is nu een goede procedure? Hier ligt waarschijnlijk de grootste uitdaging voor de medisch technische afdelingen. Het is weliswaar zo dat elk ziekenhuis zijn eigen identiteit heeft en zaken op een net iets andere manier aanpakt. Maar grosso modo levert elke medisch technische afdeling dezelfde diensten aan, een min of meer, gelijksoortige klant, namelijk een ziekenhuis. Het zou mooi zijn als de technici uit verschillende ziekenhuizen en leden van verschillende beroepsverenigingen zich samen in gaan zetten tot het maken en verspreiden van best-practice procedures. Zowel qua inhoud als qua vorm is er namelijk nog een wereld te winnen in effectiviteit en efficiëntie. Wanneer moet een procedure een stukje tekst zijn, wanneer een foto-instructie en wanneer is een flowchart efficiënter?

Conclusie en samenvatting

Alhoewel het er inderdaad op lijkt dat er de recente publicaties voor de technische afdelingen weinig nieuwe informatie hebben opgeleverd zijn ze wel degelijk van invloed op de (toekomstige) werkzaamheden van deze afdelingen. Beide rapporteren onderschrijven het veel gehoorde geluid dat het al lang niet meer om enkel onderhoud en stickers gaat. De medisch technisch professional en afdeling zal hier gebruik van moeten maken door een meer coördinerende rol in te nemen bij ondersteunende processen waar het gaat over de inzet en toepassing van medische technologie.

Het convenant biedt de medisch technische afdelingen een helder overzicht van noodzakelijke procedures. De grootste uitdaging vormt de intercollegiale samenwerking om te komen tot zo goed mogelijke procedures. Hiermee kan voorkomen dat iedereen telkens weer het wiel uit moet vinden en staan afzonderlijke afdelingen sterker tegenover ziekenhuis en inspecterende instanties wanneer het gaat over de kwaliteit en effectiviteit van een procedure. Kunnen wij deze handschoen oppakken?

[1] Expertgroep Medische Technologie, Medische Technologie at risk?, juli 2011
[2] NVZ, NFU, Revalidatie Nederland, Convenant veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis, december 2011
[3] Minister VWS, Brief aan Voorzitter Tweede Kamer: Veilige toepassing medische technologie, december 2011
[4] Niets nieuws onder de zon in EMT rapport

Toon alle referenties

Auteur