Terug

Quantified Self: een nieuwe vorm van wetenschap
Maaike Roefs

01 september 2014

(Laatst aangepast: 24-08-2016)

Quantified Self: een nieuwe vorm van wetenschap

Columns Berichten

Maarten den Braber is pionier op het gebied van quantified self: het verzamelen van data via technologie op of aan je lichaam, met als doel meer te weten te komen over jezelf. Den Braber ging echter een stapje verder door de technologie ook te integreren ín zijn lichaam.

Inleiding

Het meten van je hartslag, registeren van je sportprestaties, bijhouden van een eetdagboek of monitoren van je slaapcyclus: wie een smartphone bezit heeft waarschijnlijk wel een app om gegevens over zichzelf bij te houden. Maar er is een groep enthousiastelingen die zich hier meer mee bezig houdt dan de gemiddelde mens. Quantified Self is een wereldwijde beweging die door middel van ‘selftracking’ data verzamelt om zo meer te weten te komen over zichzelf.

N=1
‘Je kunt het zien als een nieuwe vorm van wetenschap’, vertelt Maarten den Braber, pionier op het gebied van quantified self (QS) en mede-oprichter van QS Europe en QS Amsterdam. ‘Je probeert verzamelde data om te zetten in kleine experimenten, en doet dus een soort wetenschappelijke experimenten met jezelf. Zo zou je bijvoorbeeld door het bijhouden van het aantal kopjes koffie dat je op een dag drinkt en het registeren van je slaapcyclus een verband kunnen vinden tussen cafeïneconsumptie en slaapgedrag. Maar die uitkomsten gelden dan natuurlijk alleen voor jou. N is altijd 1.’

Toiletbezoek

Den Braber studeerde Healthcare Technology & Management aan de Universiteit Twente en raakte tijdens zijn afstuderen geïnteresseerd in quantified self. ‘Ik wilde meer weten over wat je als patiënt zelf zou kunnen doen om beter te worden, en hoe technologie je daarbij zou kunnen helpen.’ Den Braber besloot daarom zelf de proef op de som te nemen en begon met het bijhouden van zijn toiletbezoeken. ‘Ik merkte dat ik vaak op onhandige momenten naar het toilet moest, tijdens vergaderingen of als ik aan de telefoon zat. Ik had een hele simpele app met een knop: ik ga nu naar de wc. Door het bijhouden werd het niet per se beter, maar het effect van het ritueel meten op zich is groot. Bewustwording is een belangrijke eerste stap. Je begint patronen te ontdekken die eerder niet altijd duidelijk waren. Daarnaast begon ik ook met het dagelijks registreren van mijn gewicht, en deelde ik deze informatie op Facebook. Ik ben geïnteresseerd in het sociale aspect van QS en was benieuwd naar de reacties van anderen.’

Het sociale element van quantified self is nog onontgonnen terrein, zo ervaart Den Braber. ‘Ik maak elke dag om 8.36uur een foto en droeg een tijd lang een fotologger, elke 30  seconde maakte deze een foto van waar ik op dat moment mee bezig was. Maar daarmee verzamelde ik niet alleen data van mij, maar ook van anderen, en was ik dus niet de enige die er wat over te zeggen heeft. Maar sociale omgangsnormen daarover bestaan nog helemaal niet.’

Privacy

‘De grootste uitdaging van dit moment op het gebied van quantified self is privacy. Het  is een heet hangijzer, er is veel over te doen en dat is terecht. Want als je alle data verzamelt via een app, wie is er dan eigenaar van de data? En wat is het doel van de bedrijven die data verzamelen? Daarover bestaat veel onduidelijkheid, en doen sommige bedrijven met opzet vaag. We moeten een balans vinden tussen hoe we op een veilige manier kunnen experimenteren, zonder dat we iets onherroepelijks fout doen. Maar dat is lastig, en er gaat een keer iets fout, daar ben ik van overtuigd. Sommige mensen kiezen er echter willens en wetens toch voor bepaalde informatie te delen, blijkbaar vinden zij het niet belangrijk genoeg om uit te zoeken hoe het met de privacy zit. Maar ook als je zegt dat je niks te verbergen hebt, kun je niet in de toekomst kijken. Bewustwording is onmisbaar en we moeten die discussie als maatschappij voeren.’

Citizen science

Den Braber begon net zoals de meeste QS-liefhebbers binnen de community vanuit zijn eigen nieuwsgierigheid. Maar er zijn ook andere redenen waarom mensen meten aan zichzelf. Er kan onderscheid worden gemaakt in verschillende vormen van quantified self, afhankelijk van de motivatie en het doel van het verzamelen van de data. Buiten de community is selftracking vaak opgedragen door een arts of onderzoeker, het krijgt dan meer de vorm van citizen science. Den Braber: ‘Er bestaat bijvoorbeeld een inhalator voor astmapatiënten die bij kan houden waar en wanneer een patiënt medicatie neemt. Wanneer je alle gegevens van patiënten combineert, krijg je een enorme en waardevolle dataset die wat zou kunnen zeggen over bijvoorbeeld de luchtkwaliteit in bepaalde gebieden. Het grote voordeel is dat je de data kan verzamelen op de plek en het moment dat het zich voordoet, je hoeft niet later terug te kijken.’

‘Selftracking is een hele handige tool om data te verzamelen, niet alleen over individuele patiënten maar ook over patiëntgroepen. De mogelijkheden worden steeds toegankelijker en beter en ik vind het voor zorgprofessionals een plicht om daar kennis van te nemen‘, aldus Den Braber.

Upgraden

Quantified self gaat uit van het idee dat alles gemeten wordt door middel van technologieën dichtbij het lichaam. Den Braber ging echter een stapje verder, en heeft recent een chip ín zijn lichaam laten implanteren. Aan de bovenkant van zijn pols zit een NFC-RFID chip van zo’n 4 bij 12 millimeter. ‘Dit is de meest basale vorm van tracking en tracing die bestaat. De chip kan technisch heel weinig, maar hij kan mij herkennen en ik kan nu bijvoorbeeld mijn telefoon unlocken door mijn hand erop te houden. Ik wil hiermee vooral de discussie aanslingeren en onderzoeken hoe hoog de drempel is om iets te laten implanteren dat niet-medisch noodzakelijk is. Het went heel erg snel, de drempel om iets anders te proberen wordt inderdaad lager, maar plannen voor een nieuwe  ‘upgrade’ heb ik nog niet. Hoewel ik er wel voor open sta om de chip te vervangen voor een nieuwe versie met meer opslagcapaciteit.’

Meer informatie

Quantified Self Nederland:
Quantified Self Institute, Hanzehogeschool Groningen

Toon alle referenties

Auteur